Lees hier een stukje over de luchtwachttoren 4Y2 die nabij onze ijsbaan stond.
Luchtwachttoren 4Y2 – Spaarndam.
Afgelopen voorjaar (2019) verschenen er op Facebook fotos’s en een artikel over dit onderwerp. Aangezien de toren jarenlang mede het beeld van de ijsbaan bepaald heeft volgt hieronder een korte samenvatting van het artikel. Het hele artikel vind je op:
De ouderen onder ons zullen het zich nog herinneren; de luchtwachttoren op de Liniewal ten westen van Spaarndam achter de Ijsbaan Nova Zembla. De toren had een hoogte van 10,30 meter en was te herkennen aan het ‘Raat systeem’, een open beton constructie van prefab-elementen. De bouwvergunning werd in 1954 afgegeven en dus zal de bouw tussen 1954 en 1955 hebben plaatsgevonden op de Liniewal noordelijk van de Slaperdijk. De sloop was in 1985.
Op 1 mei 1950 werd het Korps Luchtwacht Dienst opgericht met als taak het signaleren, melden en blijven volgen van vijandelijke vliegtuigen die het Nederlandse luchtruim, tot een hoogte van 1500 meter, binnenvlogen. De toenmalige radar-apparatuurwas nog ongeschikt voor snelle, laagvliegende vliegtuigen maar op gehoor konden vliegtuigen op een afstand van 8 kilometer worden waargenomen. Daarom werden de posten op een onderlinge afstand van 16 kilometer geplaatst. Tussen 1951 en 1955 werden in totaal 275 posten ingericht, waarvan 138 Raatbouwtorens. De overigen werden op gebouwd op bijvoorbeeld torens, molens, fabrieken. Vanaf midden jaren 50 nam de snelheid van de vliegtuigen toe rond de geluidssnelheid en verbeterde de radarapparatuur. In 1968 volgde de opheffing van het Korps Luchtwacht Dienst.
Boven op de toren was het openlucht-observatieplatformvan 3 bij 3 metermet een 1,5 meter hoge borstwering. In het midden van het uitkijkplatform stond het luchtwacht-instrument opgesteld. Het bestond uit een gridtafel met een kaart van de omgeving met de positie van de toren in het mideden daarvan en de locaties van de naburige luxhtwachtposten erop. Daarop gemonteerd was een statief met vizier en (losse) kijker en een aanwijsnaald. De torens stonden meestal in de buurt van dorpen en bewoningskernen zodat vrijwilligers snel per fiets de toren konden bereiken. Ook werden ze vaak langs of in een bosrand geplaatst of werden er omheen bomen geplant, die als camouflage dienden.
Dit fenomeen was natuurlijk een uitvloeisel van de ‘Koude Oorlog’. Wanneer je de datums achter elkaar zet, dan zou je kunnen concluderen dat op het moment van bedenken en bouwen het concept al weer achterhaald was door de ontwikkeling van de techniek (snellere vliegtuigen en betere radar).
bron Clubblad najaar 2019 Nova Zembla.